donderdag 29 juli 2010

Noorwegen!





Noorwegen heeft een oppervlakte van 385.155 km² en een kustlijn van ruim 25.000 km. Door het relatief lage inwonertal van 4.812.200[4] bedraagt de bevolkingsdichtheid nog geen 13 per km² en worden grote delen van het land gedomineerd door natuur: bossen, fjorden, gletsjers en meren zijn kenmerkend voor het Noorse landschap. De hoofdstad van Noorwegen is Oslo. Andere belangrijke steden zijn Bergen, Trondheim, Stavanger, Tromsø en Kristiansand. Noorwegen is rijk aan gas- en olievelden, welke, samen met enkele andere bodemschatten, de scheepvaart en de handel de pijlers van de nationale economie vormen. Noorwegen heeft het op één na hoogste BBP per capita ter wereld en werd door de VN al meerdere malen uitgeroepen tot meest ontwikkelde land.


Prehistorie

De eerste bewoning van Noorwegen wordt gedateerd rond het jaar 10.500 voor Christus. Rond deze tijd was het westen van Noorwegen reeds ijsvrij, en dus geschikt voor bewoning. Stenen werktuigen, die bij een opgraving in de omgeving van Rennesøy werden gevonden worden rond 10.000 gedateerd. De oudste gebruiksvoorwerpen stammen uit 10.500 en werden gevonden in de omgeving van Øygarden.

De oudste sporen van menselijk leven in wat nu Noorwegen is, zijn in de provincies Finnmark en Møre og Romsdal gevonden. Deze sporen dateren van 8000 a 9000 voor Christus. Vondsten uit een iets latere periode geven aan dat rond 4000 voor Christus een nieuwe groep Noorwegen binnentrok. Uit de vondsten valt af te leiden dat dit rendierjagers waren. Uit deze periode stamt ook een grafmonument dat in Østfold gevonden is. Later trokken groepen bewoners die behoorden tot de zogenaamde Nøstvet- en Lihultcultuur Noorwegen binnen en nog weer later vestigde zich de Pitted-warecultuur, vooral in het Zuiden van Noorwegen waar ook de Touwbekercultuur zich ontwikkelde.

Uit archeologische vondsten is gebleken dat de bewoners van Noorwegen handel dreven met de Romeinen ten tijde van het keizerrijk. Gedurende de geleidelijke verval van het Romeinse rijk werden de handelsverbanden met Zuid-Europa verbroken.



Vikingtijd tot en met de middeleeuwen

De periode van 800 tot 1066 wordt in de Noorse geschiedenis aangeduid als de Vikingtijd, genoemd naar de Vikingen, die er in die periode met hun vikingschepen op uit trokken om de wereld te verkennen, handel te drijven, oorlog te voeren en te plunderen. Noorse bronnen voor deze periode stammen vooral uit de twaalfde en dertiende eeuw. Het begin van de Vikingtijd valt samen met het ontstaan van de Noorse monarchie. Tot 872 waren er op het huidige Noorse grondgebied ongeveer 30 koninkrijken, die in die tijd door de eerste Noorse koning, Harald Schoonhaar werden verenigd. Tegenwoordige historici nemen overigens aan dat Harald vooral over de kuststreken van Noorwegen regeerde en na diens dood viel wat Noorwegen was weer uiteen in kleinere bestuurslagen die door verschillende edellieden werden bestuurd.

In het begin van de 11e eeuw werd het christendom in Noorwegen geïntroduceerd. Koning Olaf II (995-1030) trachtte de Noren te bekeren, maar moest deze poging met de dood bekopen. Hij liet in 1023 een stenen kruis oprichten in Voss, waar het vandaag de dag nog steeds te bekijken is. Olaf zou later heilig verklaard worden en de schutspatroon van Noorwegen. Aan het einde van de elfde eeuw was het christelijk geloof nog de enig toegestane religie in deze gebieden. Rond die tijd was het Noorse koninkrijk een stevige - zij het administratief gezien nogal rudimentaire - eenheid. Enkele Noorse steden kwamen in die tijd tot bloei: Oslo, Trondheim (Nidaros), Bergen (Bjorgvin) en Tønsberg. In 1066 kwam er - naar historici over het algemeen menen - een einde aan de Vikingtijd toen Harald Sigurdsson een onsuccesvolle poging ondernam om Engeland te veroveren. De lotgevallen van deze Harald werden door Snorri Sturluson opgetekend in diens Morkinskinna.

De Noorse koning Sigurd Jorsalfare was de eerste Europese koning die op kruistocht ging. Hij vertrok in 1107 uit Noorwegen en vocht tegen de moslims in Spanje, Lissabon, de Balearen en Palestina. In 1110 nam hij samen met Koning Boudewijn I van Jeruzalem de stad Sidon in. Na thuiskomst regeerde hij met straffe hand en voerde onder andere een belastingstelsel in. Na zijn dood ontstonden er grote onenigheden rond de opvolging van Sigurd, die alleen een dochter had nagelaten. Deze onenigheden vormden de inleiding tot een burgeroorlog die Noorwegen van 1130 tot 1240 in zijn greep zou houden. In dat jaar beslechtte Haakon Haakonson de strijd in zijn voordeel en werd koning van een opnieuw verenigd Noorwegen.

Noorwegen was een zelfstandig koninkrijk van de negende eeuw n.Chr. tot 1397, waarna het in de Unie van Kalmar terechtkwam met Denemarken en Zweden.

Geografie

Noorwegen heeft met 25.148 km een ongewoon lange kustlijn[5]. Dit getal is inclusief fjorden, kleine voor de kust gelegen eilanden en andere inhammen. De kust is omzoomd met eilanden (in het bijzonder de eilanden Lofoten en Vesterålen) en talrijke diep gekartelde fjorden. De Sognefjord, Geirangerfjord, Hardangerfjord, Nordfjord, en Oslofjord zijn de grootste en bekendste.

Noorwegen wordt vrijwel in zijn geheel beheerst door het Scandinavisch Hoogland. Hoge plateaus zijn onder meer de Dovrefjell en de hoogvlakte Hardangervidda. Het hooggebergte van Noorwegen is Jotunheimen met de gebergten Hurrungane en Breheimen. In dit deel bevinden zich de hoogste toppen, zoals de Galdhøpiggen met 2469 meter en de Glittertind van 2454 meter.

De bergen en de plateaus worden afgewisseld door vruchtbare valleien, zoals Gudbrandsdalen, en door snelle rivieren, die hydro-elektrische energie leveren. De rivier de Glomma, ook bekend als Glåma, in het zuiden, is de langste rivier. Vanwege zijn ligging aan de Atlantische Oceaan heeft Noorwegen een mild en vochtig klimaat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten